Categorieën
AI ChatGPT Theologie

AI en Spinoza chatbot

Jack was te gast bij het Radio1-programma Nieuws&Co om te praten over de Spinoza AI-chatbot die door het Humanistisch Verbond is gelanceerd. Het gesprek ging over AI en wat de gevolgen zijn voor filosofie en religie, met als hamvraag of AI ooit de dominee in de kerk zou kunnen vervangen.

Het fragment is hieronder te beluisteren. De hele uitzending is terug te luisten op de website van Nieuws &Co vanaf minuut 22.

Categorieën
AI ChatGPT Ethiek Theologie

Leerdienst AI en ethiek – 28 januari 2024

Afgelopen ondag 28 januari 2024 mocht ik voorgaan in de leerdienst in de Koepelkerk in Arnhem en ik zal dan gaan spreken over het thema AI, ethiek en theologie. Deze dienst is hieronder terug te kijken

Opengenomen livestream AI en theologie

Ontdek de wereld van Artificial Intelligence tijdens onze informatieve lezing, gepresenteerd door Jack Esselink, een professional met meer dan 25 jaar ervaring in de softwarewereld, waar hij bij toonaangevende bedrijven zoals Cognos en IBM heeft gewerkt. In zijn rol als AI Evangelist heeft Jack zich toegelegd op het verbinden van theologie met de wereld van technologie.

Duik met Jack in de basis van AI en verken de opkomst van generatieve AI, waaronder ChatGPT. Ontdek de mogelijke toekomst waarin we onze wensen met woorden kunnen uiten. De lezing werpt ook een boeiende blik op de aanwezigheid van religieuze noties in de AI-wereld, met specifieke aandacht voor AI in een christelijke context, met voorbeelden zoals het gebruik op debijbel.nl, BijbelGPT en toepassingen voor missionaire doeleinden door organisaties zoals TWR.

Naast deze verkenning van AI, zal Jack Esselink ook de ethische vragen rondom AI bespreken. Hoe kunnen we op een verantwoorde manier omgaan met deze technologische ontwikkelingen? Schrijf je nu in voor een leerzame avond en laat je inspireren door de inzichten van Jack Esselink, die zijn uitgebreide expertise in zowel technologie als theologie met ons deelt.

Geheel gegenereerd door ChatGPT…

Na de dienst kunt u blijven napraten onder genot van een hapje en drankje.

Categorieën
AI ChatGPT Recensie Technologie Theologie

Book review AI, Faith and the Future

It seems that Artificial Intelligence (AI) has taken the world by storm since the launch of ChatGPT early December 2022 and the authors of this volume, which was launched in June 2022, couldn’t have predicted the importance and relevancy of this topic in our society in 2023.  The purpose of the book is that it will “facilitate further reflections and dialogue about AI to help us reimagine and pursue what is possible and necessary for a better world” by “engaging with resources from the Christian tradition to critique and participate constructively in the wise design, development, and use of AI” (12-13).

This volume consists of two parts: the first part Foundations contains four chapters that provides a robust primer for understanding and interpreting AI from a technological, philosophical, and theological perspective. The second part Explorations consists of five essays that each cover a specific, in-depth AI-related theme like e.g., the future of work and theological personhood. The authors’ distinctive interdisciplinary method distinguishes this book from most others on AI and theology. They offer a unique perspective by presenting AI as a phenomenon intertwined with theological and cultural aspects. This approach considers AI as a technology and social occurrence that increasingly influences and molds our society and explores its potential spiritual and religious ramifications. If you are new to the world of AI and theology, chapters 2 (An introduction to AI) and 4 (A theological framework for reflection on AI) are great resources to get familiar with these topics. Both chapters are well written, easy to read texts that will give you a framework for better understanding and assessing AI and its theological implications. In the current debate about AI a lot is being written about the expected impact AI will have on jobs and on education. Most publications are either utopian where AI will be able to change the world for better, or they are dystopic in which the focus is on the mass unemployment and havoc AI will create. Michael Paulus, the author of the 8th chapter on the impact of AI on work, provides a helpful third way to discuss the future of work by offering a pragmatic apocalyptic counternarrative. The function of apocalyptic literature, is “to present a narrative that opens up our imagination to a new view of the world” (183) and in the book of Revelation the key concept is about cities that have been transformed and amplified by God from an ambiguous human project to His dwelling place, where “complex human artifacts—including artificial autonomous agents—can be transformed into a constitutive part of God’s new creation” (184-185). In this apocalyptic view work is an ontological, meaningful part of the new creation and provides an interesting perspective on the telos of technology and work. The final chapter Sin and Grace Bruce Baker takes AI ethics into a broader discourse around the theological notion of sin. The ethical use of AI is a widely discussed topic and e.g., provides the foundation for the forthcoming EU AI Act. Baker rightly points out that these discussions easily end up in “a discussion of utilitarian value propositions and perhaps the need for transparency or privacy protections” (193), however, AI and AI ethics will not solve problems that are rooted in sin. The author focuses mainly on the consequences of unintentional and institutional sin and points out that developers and practitioners who work with AI have a special responsibility to pay attention for this. He ends this chapter by describing how AI can also act as a form of grace. In the epilogue of the book the reader can find a litany, which is a “thoughtfully organized prayer for use in public worship by the church, or as a personal devotional practice by individuals” (219), that will the reader reflect on AI, faith and what this means for the future.

I would highly recommend this volume to anyone who wants to learn more about AI and its societal and spiritual impact. It is very well written, very relevant and very helpful in understanding and interpreting the role AI plays in our culture and theology. I would encourage the editors to really consider publishing a second edition of the book in which they also add a chapter (or a few) on generative AI, which is about tools like ChatGTP, Google Bard and DALLE-2 that can create text, pictures, audio and video, and the impact this will have on faith and the future.

Michael J. Paulus Jr. & Michael D. Langford (eds.), AI, Faith, and the Future – An Interdisciplinary Approach, (Eugene OR, Pickwick Publications, 2022), 244 pp., USD 34.00, paperback (ISBN 978-1666703467).

Categorieën
AI Ethiek Theologie

Verandert het beeld Gods in een machine? – essay De Nieuwe Koers

Ik heb een essay geschreven met als titel Verandert het beeld Gods in een machine? over hoe het christelijke mensbeeld zich verhoudt tot alle ontwikkelingen die er plaatsvinden op het gebied van AI. Dit essay is gepubliceerd in het mei-nummer van opinieblad De Nieuwe Koers.

Categorieën
AI Ethiek Technologie Theologie

Opiniestuk Nederlands Dagblad – ‘Stel elkaar morele vragen over AI’

… Kunstmatige intelligentie zal ons met steeds meer morele vragen gaan confronteren. We gaan profiteren van doorbraken op medisch
gebied, maar komen ook in aanraking nieuwe schandalen die vergelijkbaar zijn met de toeslagenaffaire.

“Gradually, then suddenly” (langzaam en dan plotseling) is een beroemd citaat van de schrijver Ernest Hemingway uit zijn boek The Sun Also Rises (Nederlandse titel: En de zon gaat op) dat voor mij de ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie (vaak afgekort tot AI, afkomstig uit het Engels Artificial Intelligence) weergeeft. Tot het voorjaar van 2022 leken de ontwikkelingen zich lineair voort te bewegen, tot in de zomer en het najaar een explosie van innovatie zich aandiende. Nieuwe AI-systemen, met namen als DALLE-2, Midjourney en ChatGPT, hielden de gemoederen behoorlijk bezig en lieten mensen eigenhandig ervaren hoe je met behulp van een simpele tekst-aanwijzing de computer van alles kon laten maken. Van surrealistische plaatjes van een groene kameel op de maan en stoelen in de vorm van een avocado tot en met nieuwe teksten voor Opwekkingsliederen en zelfs complete preken zijn er gegenereerd. Aan dat laatste zijn er ook in deze krant menig artikel en opiniestuk gewijd, maar ook op andere AI-fronten gebeurde er veel. Zo beweerde een medewerker van Google in juni dat hij geloofde dat chatbot LaMDA echt leefde en gevoelens had en kondigde Elon Musk namens zijn bedrijf Neuralink eind november aan dat hij binnen zes maanden het menselijk brein aan een computer wil koppelen om in eerste instantie mensen met een bepaalde soort blindheid weer te laten zien. In een recent rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) wordt AI systeemtechnologie genoemd, dat is technologie vergelijkbaar met elektriciteit en de verbrandingsmotor, die een “grote impact [heeft] op de samenleving, die vooraf niet kan worden voorzien.” Kortom, er is nogal wat gebeurd het afgelopen jaar op het gebied van AI en er staat ons volgens deskundigen nog veel meer te wachten waar we allemaal mee te maken gaan krijgen. Naast bewondering roept deze technologie bij velen ook de nodige ethische vragen op en vragen steeds meer mensen zich af hoever we hiermee mogen gaan.

Christen en AI

Wat moet je als christen nu aan met AI en hoe breng je dit dan in de praktijk? Zoals hierboven beschreven is, is AI in 2022 in een stroomversnelling terecht gekomen en de verwachting is dat deze technologie veel in de maatschappij zal gaan veranderen en ons met steeds meer morele vragen zal gaan confronteren. We zullen als samenleving kunnen profiteren van AI-doorbraken op bijvoorbeeld medisch gebied maar ook in aanraking komen met nieuwe AI-schandalen zoals de Toeslagenaffaire. Ook als christen zul je dit steeds meer gaan merken; zo kun je natuurlijk nu makkelijk een affiche voor een themadienst ontwerpen, maar kun je als ouder er ook achter komen dat je kind een schoolopdracht met ChatGPT gemaakt heeft (en dus eigenlijk fraudeert). Volgens de Amerikaanse theoloog Philip Hefner zijn wij als mensen created co-creators, oftewel wij zijn geschapen om dingen te maken en deze als christen in te zetten voor een betere en rechtvaardigere wereld (Micha 6:8). Dit geldt uiteraard ook voor AI en het is een morele plicht voor christenen om na te gaan hoe je hier op een verantwoorde manier mee omgaat.

Suggesties voor de praktijk

Tot slot, wil ik graag enkele suggesties aanreiken om dit concreet te maken. Het begint met bewustwording door bijvoorbeeld zelf eens te experimenteren ChatGPT of DALLE-2 om zelf AI te ervaren. Een volgende stap is om kennis op te doen over AI door bijvoorbeeld de gratis online Nationale AI-cursus te volgen of door bijvoorbeeld het AI-hoofdstuk in het boek Dank God voor techniek van Maaike Harmsen te lezen. Mijn laatste suggestie is om het gesprek met elkaar aan te gaan hierover. Doe dit in het klaslokaal, aan de keukentafel of de lunchtafel op het werk, of in kerkelijk verband, zoals in bijbelstudiegroepen of een themadienst over dit onderwerp. We kunnen gerust stellen dat AI het gradually-tijdperk achter zich heeft gelaten en we in 2022 het suddenly-tijdperk zijn binnengetreden.  Het is daarbij onze morele plicht als christenen om ons te verdiepen in AI en te zoeken naar manieren om deze technologie te gebruiken voor het welzijn van de mensheid, terwijl we ons tegelijkertijd bewust blijven van de mogelijke ethische problemen die kunnen ontstaan. Om in de stijl van AI af te sluiten heb ik ChatGPT gevraagd een slotzin voor dit opiniestuk te maken: Het is moreel wenselijk voor ons als christenen om ons te verdiepen in AI en te zoeken naar manieren om deze technologie te gebruiken voor het welzijn van de mensheid, terwijl we ons tegelijkertijd bewust blijven van de mogelijke ethische problemen die kunnen ontstaan.

Categorieën
Technologie Theologie

Recensie Dank God voor techniek – Maaike Harmsen

In onze wereld neemt techniek een belangrijke plaats in en bepaalt voor een steeds groter gedeelte onze maatschappij en hoe wij naar de wereld kijken. Wie kan zich nu nog een leven zonder smartphone voorstellen? Tegelijkertijd hebben christenen vaak een haat-liefde verhouding met techniek en hebben vooral oog voor de negatieve gevolgen ervan. In het boek Dank God voor techniek doet theoloog en techniek-liefhebber Maaike Harmsen een manmoedige poging om dit beeld te kantelen en ons te laten realiseren dat we best dankbaar mogen zijn voor de techniek die God ons gegeven heeft. Het lijkt erop dat boeken die gaan over de invloed van techniek op onze samenleving in één van de volgende categorieën vallen: óf het betreft een optimistische kijk die gelooft dat techniek ons leven beter maakt en dat je met techniek problemen als de aanstaande klimaatcrisis kan oplossen, óf een pessimistische blik, die ervan uitgaat dat techniek de belangrijkste oorzaak van onze wereldproblemen is en dat dit in de toekomst alleen maar verergert. Harmsens boek val er precies tussenin en geeft een realistisch en pragmatisch beeld over wat techniek is en hoe je je als christen daartoe kan verhouden.

Bijbelstudies

Het boek bevat tien bijbelstudies, verdeeld over tien hoofdstukken, waarin elk hoofdstuk een technologisch thema verkend wordt en gekoppeld wordt aan een bijbellezing. Elke studie is gebaseerd op een preek die de auteur in het verleden gehouden heeft en deze zijn omgevormd tot overdenkingen die worden afgesloten met gespreksvragen. Harmsen laat een breed pallet aan technologische thema’s de revue passeren die elk zeer relevant en waarvan sommige bijzonder actueel zijn (bijvoorbeeld het thema landbouw wat in hoofdstuk 6 Speer, schoffel en kas behandeld wordt). De onderwerpen variëren van de klimaatcrisis, tot kunstmatige intelligentie (AI) tot en met het heelal en ruimtevaart. In de inleiding schrijft de auteur dat zij geen technische achtergrond heeft omdat zij “slechts theoloog” (12) is en het boek geschreven heeft uit nieuwsgierigheid naar techniek en wat er vanuit de bijbel hierover te zeggen valt. Ze hoopt dat deze nieuwsgierigheid ook bij de lezer wordt aangewakkerd en ze is daar, wat mij betreft, uitstekend in geslaagd; het boek is vlot geschreven en de technische onderwerpen worden op een toegankelijke manier uitgelegd (hetgeen een groot voordeel is als een niet-techneut een boek over techniek schrijft). De inhoud heeft tegelijkertijd ook voldoende diepgang en Harmsen weet goed de relevante thema’s en morele vraagstukken uit het vakgebied te beschrijven en koppelt deze aan interessante bijbelgedeelten.

Mensbeeld

Waar sommige recensenten haar een gebrek aan exegese verwijten, is het goed om te beseffen dat dit geen verzameling preken is maar een reeks korte inleidingen op technische thema’s vanuit bijbels perspectief, die vooral kunnen aanzetten tot een gesprek hierover met elkaar. Wat opvalt is dat bijna alle gekozen bijbelgedeelten uit het Oude Testament komen en gebaseerd zijn op theologisch-antropologische teksten, met andere woorden, teksten die gaan over wie de mens is en hoe deze zich mag verhouden tot God, andere schepselen en de wereld. Het mensbeeld wat in de Bijbel wordt geschetst biedt verrassend veel relevante aanknopingspunten voor de technologische uitdagingen van de 21ste eeuw. Het mensbeeld dat Harmsen door het boek heen schetst, en welke als een rode draad die door het boek heen loopt, is dat de mens op de aarde is gezet om de aarde te bewerken en, professor Klaas Schilder parafraserend, om zichzelf te ontwikkelen en te leren. Techniek is hierbij ontegenzeggelijk een belangrijk middel om dat te doen, met als doel om God groot te maken. Daar waar het christendom nog wel eens verweten wordt dat deze teksten misbruikt zijn als rechtvaardiging voor het plunderen en vervuilen van onze aarde (bijvoorbeeld White, 1967), merkt Harmsen terecht op dat we de aarde “niet alleen [moeten] bewerken maar ook bewaren, dat is onze diepmenselijke opdracht” (67)[1]. Ook hier valt op dat haar pragmatisch-realistische benadering een heldere en nuchtere kijk vormt die richting kan geven in maatschappelijke debatten, zoals bijvoorbeeld het stikstofdebat, die steeds meer worden gedomineerd door extreme standpunten en waar steeds minder de bereidheid is om naar elkaars standpunten te luisteren en samen te werken. Ik zou haar benadering willen kenschetsen als een moderne vorm van christelijke deugdethiek, waar bij christelijke politieke partijen gelukkig ook steeds meer aandacht voor is (bijvoorbeeld Van Putten (2022)), waaruit blijkt dat bijbels geïnformeerde deugden nog steeds een zegen kunnen zijn voor onze gepolariseerde samenleving.

Maaike Harmsens boek verdient een brede lezerskring onder theologen, predikanten, voorgangers, leesgroepen en iedereen die geïnteresseerd is in een christelijke doordenking van het gebruik van technologie. Het boek combineert kennis van zaken met originele theologische reflectie en moedigt de lezer vooral aan om zelf kritisch na te gaan denken over de rol van technologie zonder daarbij normatief te worden. De enige kritische noot die ik zou willen plaatsen is dat ik niet eens ben met Harmsens positie dat zij niet gelooft in morele vooruitgang (123) en dat elke poging tot een utopische nieuwe samenleving, zoals bijvoorbeeld de Mars-kolonie van Elon Musk, gedoemd is om te mislukken vanwege de zondige natuur van de mens. Er is mijns inziens de afgelopen honderden jaren wel degelijk vooruitgang geboekt en technologie heeft daar ook deels in geholpen, denk hierbij aan de afschaffing van de slavernij en de emancipatie van vrouwen, maar tegelijkertijd ben ik het Harmsen eens dat we niet klakkeloos moeten geloven in een maakbare samenleving en dat we vanuit onze christelijke identiteit met wijsheid mogen handelen, of zoals zij het zegt “alle vragen over techniek komen weer terug naar wie jij bent, wie jij wilt zijn voor God en je naaste” (126).

Sticker

Bij het boek wordt een sticker meegeleverd waarmee je kan laten zien dat je God dankt voor techniek. Op de foto zie je de sticker die ik op mijn gitaarkoffer geplakt heb.

Tot slot, de boekomslag, de bijgeleverde “Dank God voor techniek”-sticker en de ondertitel van het boek (bijbelstudies voor ruimtereizigers) verwijzen naar ruimtevaart en geven het boek een nerdy uitstraling en zal sommige potentiële lezers misschien afschrikken. Ik zou die mensen juist van harte willen aanraden om juist wel het boek te lezen want het helpt terdege om je als christen te navigeren in onze door technologie gedomineerde 21ste eeuw met als devies ‘Dank God voor techniek” en ik bedank Maaike Harmsen voor het prachtige boek hierover.

Referenties

Jong, Matthijs de. (2022). “Een exegetische verkenning van Genesis 1:26-28.” Met Andere Woorden, jaargang 41/ 2. https://debijbel.nl/bericht/heersen-als-beeld-van-god-geen-ramp-voor-de-aarde

Putten, Robert van. (2022). Tien deugden voor politiek en overheid (Amersfoort: Wetenschappelijk Instituut ChristenUnie). https://wi.christenunie.nl/uitgaven-details/10212096/boeken/10285772/tien-deugden-voor-politiek-en-overheid.

Urk-Coster, Eva van. (2022). “Ecologisch Bijbellezen in het antropoceen.” Met Andere Woorden, jaargang 41/ 2. https://debijbel.nl/bericht/ecologisch-bijbellezen-in-het-antropoceen

White Jr, Lynn. (1967). “The historical roots of our ecologic crisis.” Science, 155 (3767), 1203-1207.


[1] Steeds meer theologen lezen deze teksten uit Genesis vanuit een ecologische hermeneutiek. Zie bijvoorbeeld Van Urk-Coster (2022) en De Jong (2022).

Categorieën
AI Ethiek Technologie Theologie

Book review Following Jesus in a Digital Age by Jason Thacker

What does it mean to follow Jesus in a digital age is a question many people ask themselves, but there are not many resources to date that help answer this question. Jason Thacker, who is the chair of Research in Technology at the ERLC Research Institute, has filled this void by writing this book. According to Thacker the main goal is “to [help] better understand that we are each being discipled every day by the technologies we use, whether we realize it or not” (3) and by making us think how we can navigate our digital society in a “moral, holistic, and deeply biblical way” (6). The book that comes in a handy takeaway size, contains four thematic chapters about wisdom, truth, responsibility, and identity and an appendix that contains a note to (church) leaders.

The first chapter explores the question what it means to follow Jesus wisely in a digital age. Wisdom starts with taking a step back to reflect on how technology is shaping us in our daily lives and Thacker draws on the work of the French sociologist and theologian Jacques Ellul to demonstrate how humans and technology have been in a complex relationship since the beginning of the world. The mindset in our 21st century society is that we should be able to solve every world problem with technology (‘there’s an app for that’) and technology has permeated almost every aspect of our daily lives. In a way our world, and henceforth our worldview, gets more and more mediated through technology. Ellul already wrote about this technological imperative in the pursuit of efficiency and progress in his book The Technological Society more than seventy years ago and his analysis still holds today. In the last part of this chapter Thacker describes what it means to be wise as it is described in the  biblical Wisdom literature. Being wise is not to walk the path of technology towards more efficiency, but to reorient oneself to a full flourishing life as God intended it to be. Christians are all called to show wisdom in the digital public square. The second chapter is about pursuing truth. According to Thacker the root cause of the current post-truth era is not technology, but the scientific worldview that moved transcendency out of our society; we have moved from a God-centric world to a self-centred world where truth has been personalized and weaponized as propaganda. This has led to a world that gets inundated with dis- and misinformation which has been amplified and accelerated by technology. With the advent of new AI-powered technologies like deepfakes it is only expected to get worse as Thacker expects. He calls upon Christians to act wisely and pursue the Truth and be accountable for one’s own behaviour in dealing with mis- and disinformation. Being responsible in a curated age is the theme of the third chapter where the author advocates for being mindful of what content is being presented to you and why. In what I consider to be one of the best sections of the book, Thacker explains the rationale of content moderation by big tech companies and how they often fail to account for minority views which clearly can impact expressing Christian values that deviate from society’s values. In the last part of the book Thacker argues that Christians should take personal responsibility for their actions and not blaming technology or the other when things get polarized. One of the root causes for this polarization is the pursuit for building (online) identities by identifying us with (digital) communities that give a sense of belonging, purpose, and safety; Thacker challenges Christians to take the long Biblical view as they already have a place where they belong.

Reading this book may give the reader an uncanny, even dystopian view on the role technology is playing in our society, despite the author mentioning positive use cases of technology. Christians may also be thankful for the gift of technology in their lives, and I would have liked to have this point more emphasized in the book to develop a balanced and realistic point of view on technology. The best part of this book is the long biblical view the author takes on what it means to be a Christian in this digital world by drawing on biblical wisdom. This book will be helpful for any church leader, theologian and preacher who wants to develop a biblical perspective on our technological mediated age but I would recommend reading this book in parallel with a book that focuses more on how technology could be used for good so one can develop a realistic, well informed perspective on what it means ‘to be present in the modern, digital world’ to paraphrase Ellul.

Jason Thacker, Following Jesus in a Digital Age, (Nashville TN, B&H Publishing, 2022), 163 pp., USD 12.82, paperback (ISBN 978-1087754598).

Categorieën
AI Ethiek Technologie Theologie

Reactie op artikel ‘Kunstmatige Intelligentie en het gevaar van reductionisme’ van Jochemsen/ Peters

Gepubliceerd in Radix 2022-02 en ook te lezen op de website van Techtics

Inleiding

Het themanummer over kunstmatige intelligentie, hierna verder afgekort tot AI,[1] van het christelijk tijdschrift Radix bevat diverse artikelen over de rol die AI speelt in onze samenleving en in het bijzonder hoe dit gekoppeld is aan geloof en ethiek. Zoals ik vorige maand al op Twitter aankondigde, geef ik in dit artikel een reactie op het artikel van Jochemsen en Peters (2022) waarin zij betogen dat AI in zichzelf leidt tot een reductie van de werkelijkheid waarbij zij in hun betoog gebruik maken van de inzichten uit de Reformatorische wijsbegeerte van de Nederlandse filosoof Herman Dooyeweerd (1894-1977). Ik ben zelf erg gecharmeerd van Dooyeweerds visie op de werkelijkheid en was ook blij verrast dat beide heren zijn gedachtengoed gebruiken om het verschijnsel van AI te analyseren.

Wat is AI?

Het lezenswaardige artikel begint met een uiteenzetting van voorbeelden waarin de goede en de donkere kanten van AI worden duidelijk gemaakt. Ondanks dat de lezer een indruk krijgt wat AI ongeveer is, ontbreekt het aan een goede definitie ervan. Ik vind dit persoonlijk een gemiste kans omdat het hierdoor niet altijd helder is wanneer de auteurs over AI spreken, of in het algemeen over technologie. Een goede definitie die ik zelf vaak gebruik in mijn dagelijkse werk als docent en spreker over AI staat in het recente WRR-rapport over AI (WRR 2021) waarin AI gedefinieerd wordt als “systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – met enige graad van autonomie – actie te ondernemen om specifieke doelen te bereiken” (WRR 2021: 12). Een heldere definitie is het vertrekpunt om duidelijk te schetsen wat AI is en daarbij af te rekenen met een hardnekkige, maar verkeerde, beeldvorming die er is in onze maatschappij. Het is niet voor niets dat demystificatie van AI (WRR 2021: 139-144) als een van de vijf opgaven wordt genoemd waarin duidelijk moet worden gemaakt waar we het nu eigenlijk precies over hebben als we over AI spreken, met andere woorden, wat is AI wel en wat is het ook vooral niet.

De beide auteurs schrijven terecht dat big data een essentieel onderdeel van AI is, echter men verzuimt om ook hier een goede definitie te geven zodat het gevaar ontstaat dat mensen hun eigen verwachtingen gaan projecteren op wat big data is. Daarnaast zou je je kunnen afvragen of er ook zoiets is als small data en of dit geen invloed heeft op AI. Mijn insteek is dat alle data de belangrijkste grondstof zijn voor AI, of zoals ik elders geschreven heb, dat data wordt gezien als de nieuwe olie (Esselink 2022: 6). Data is de brandstof voor algoritmes die met behulp van statistische technieken, hetgeen we vandaag vaak machine learning noemen, voorspellingen kan genereren die de input vormen voor AI systemen. De informatie die door AI wordt gegenereerd, wordt vaak gezien als nieuwe kennis die moet leiden tot het nemen van betere beslissingen. Jochemsen en Peters (2022: 116) verwijzen hiervoor naar een bekend model uit de wereld van analyse: het DIKW-model en laten tegelijkertijd met behulp van Dooyeweerds filosofie dat kennis niet tot informatie te herleiden is.

Dooyeweerd en AI

Het interessante aan Dooyeweerds beschrijving van de werkelijkheid is dat dit, mijns inziens, een van de beste beschrijvingen/ modellen in de filosofie is die poogt om recht te doen aan de complexiteit, veelkleurigheid en ambiguïteit van de realiteit. Het resultaat is een model dat een goede basis vormt voor de antropologische vraag wie de mens is en hoe deze zich tot zijn/ haar technologische omgeving moet verhouden, met andere woorden, Dooyeweerds filosofie biedt een uitstekende basis voor techniekfilosofie zoals door anderen ook eerder is uitgewerkt (zie bijvoorbeeld Verkerk 2014, Verbeek 2008). De kracht van Dooyeweerd zit in de anti-reductionistische benadering van de werkelijkheid en het is ook terecht dat de auteurs wijzen dat een groot gevaar van AI is dat de werkelijkheid wordt gereduceerd tot de modaliteiten data en ruimte. Het is niet voor niets dat in een recent rapport van de Nationale Ombudsman terecht gewaarschuwd wordt dat een burger meer is dan een dataset (Ombudsman 2021). Onze hang naar technisisme (Jochemsen & Peters 2022: 112) zorgt ervoor dat we in deze tijden proberen met behulp van data en AI grip op de werkelijkheid te krijgen die leidt tot zekerheid, veiligheid en betekenis. Er wordt in het artikel overtuigend beargumenteerd dat technologie daardoor niet neutraal is en een veel grotere spirituele lading heeft dan menigeen zich beseft. Door het gebruik van Dooyeweerds modaliteiten ben je dus in staat om de rol van technologie goed te analyseren. Ik vind dat beide auteurs dit overtuigend hebben weergegeven in dit artikel. Waar het aan schort is dat het niet altijd duidelijk is of men het heeft over de rol van technologie in zijn algemeenheid of over AI. Ik had graag gezien dat beide heren in de toepassing van Dooyeweerds techniekfilosofie specifieker op het domein van AI waren ingegaan. Daarnaast spreken zij ook over het verschil tussen correlatie en causaliteit en lijkt het alsof door AI dit verschil niet meer bestaat en er daardoor verkeerde beslissingen worden genomen. Dit zal ook wel regelmatig gebeuren, maar ik vind dit veel te generaliserend, omdat ik weet dat vanuit de beroepspraktijk van data scientist en AI-ingenieurs hier heel veel aandacht aan wordt besteed om dit zoveel mogelijk te voorkomen (Sahoh et al. 2022). De werkelijkheid is dus veel genuanceerder dan hier wordt geschetst. Daarnaast is het jammer dat er in dit artikel geen aandacht is voor andere problemen die AI met zich meebrengt zoals impliciete vooroordelen, racisme, privacy en verantwoordelijkheid voor de uitkomsten van algoritmes om er maar een paar te noemen (zie bijvoorbeeld Muller (2020) voor een goede introductie). Als laatste vind ik dat de auteurs het begrip data te veel veralgemeniseren en het daardoor onterecht zien als één modaliteit waartoe de werkelijkheid gereduceerd kan worden. In de werkelijkheid speelt de dataficering een steeds belangrijkere rol op meerdere modaliteiten, oftewel, op verschillende niveaus neemt de rol van data toe. Een voorbeeld hiervan is de toename van de rol van data in de psychologie en biologie wat geleid heeft tot nieuwe specialismen die computational psychology of computational biology worden genoemd (Bartlett et al. 2022).

Conclusie

Ik vind dat de auteurs een goede bijdrage hebben geleverd in dit artikel door AI te analyseren met behulp van Dooyerweerds filosofie. Door het gebrek aan goede definities gaan ze soms te kort door te bocht en is het soms te generaliserend. Ik hoop dat deze reactie daarom een welkome aanvulling op dit artikel mag zijn.                                                                 

Bibliografie

Bartlett, L., Pirrone, A., Javed, N., & Gobet, F. (2022). “Computational scientific discovery in psychology.” Perspectives on Psychological Science.

Esselink, Jack. (2022). “Wat moet je als christen met kunstmatige intelligentie?” OnderWeg, jaargang 8 #5, 6-9. https://www.onderwegonline.nl/20561-wat-moet-je-als-christen-met-kunstmatige-intelligentie.

Jochemsen, Henk & Peters, Hugo. (2022). “Kunstmatige Intelligentie en het gevaar van reductionisme.” Radix 48 #2, 107-119.

Müller, Vincent. (2020).  “Ethics of Artificial Intelligence and Robotics”, The Stanford Encyclopedia of Philosophy (Summer 2021 Edition), Edward N. Zalta (ed.), https://plato.stanford.edu/archives/sum2021/entries/ethics-ai/.

Ombudsman, Nationale. (2021). Een burger is geen dataset – Ombudsvisie op behoorlijk gebruik van data en algoritmen door de overheid (Den Haag: Nationale Ombudsman) https://www.nationaleombudsman.nl/nieuws/onderzoeken/2021021-een-burger-is-geen-dataset.

Sahoh, B., Haruehansapong, K., & Kliangkhlao, M. (2022).” Causal Artificial Intelligence for High-Stakes Decisions: The Design and Development of a Causal Machine Learning Model.” IEEE Access, 10, 24327-24339.

Verbeek, P. P. (2008). “Disclosing visions of technology.” Techné: Research in Philosophy and Technology, 12(1), 85-89.

Verkerk, M. J. (2014). “A philosophy-based ’toolbox’ for designing technology: The conceptual power of Dooyeweerdian philosophy.” Koers: Bulletin for Christian Scholarship, 79(3), 1-7.

WRR. (2021). Opgave AI – De nieuwe systeemtechnologie. (Den Haag, Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2021/11/11/opgave-ai-de-nieuwe-systeemtechnologie.


[1] AI is de gangbare afkorting voor kunstmatige intelligentie en is gebaseerd op het Engelse Artificial Intelligence.

Categorieën
AI Technologie Theologie

Podcast over AI en theologie

Wie ben ik als mens en wie mag ik zijn als mens en hoe kan ik mij verhouden tot steeds slimmer wordende technologie? Welke rol speelt Artificial Intelligence in religie en hoe kan religie van invloed zijn op AI? Vragen die aan bod komen in de podcast met ‘AI-theoloog des Vaderlands’ Jack Esselink, tevens alumnus van de faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Interviewer is Lenneke Post. Intromuziek is gecomponeerd en uitgevoerd door Heather Pinkham.

Categorieën
AI Ethiek Technologie Theologie

Recensie Robotic Persons – our future with social robots – Joshua K. Smith

Robots en theologie?

“Wat moet een recensie over een robot-boek in dit tijdschrift?” is wellicht de eerste gedachte die bij de lezer opkomt na het lezen van de boektitel. Echter de titel verraadt niet dat het gaat om een diepgaande theologische verhandeling over onze toekomst met sociale robots. Het boek is geschreven door de Amerikaanse voorganger en wetenschapper Joshua K. Smith en behelst een christelijke doordenking over wat het betekent om mens te zijn in een maatschappij waarin slimme technologie een steeds prominentere rol inneemt. Smith focust in zijn boek op sociale robots, oftewel autonome fysieke apparaten die worden aangestuurd door kunstmatige intelligentie (AI), waarmee mensen steeds frequenter en intenser interacteren. Dit soort robots bieden vele voordelen voor de mensheid, zoals dat zij vervelend en repeterend werk voor ons kunnen overnemen en dat we bijvoorbeeld geen menselijke soldaten meer hoeven te laten vechten als we dit door robots kunnen laten uitvoeren. Daarnaast gaan de ontwikkelingen razendsnel en lijken er dagelijks nieuwe toepassingen bij te komen. Echter de technische progressie gaat vele malen sneller dan de ethische reflectie die nodig is om op een verantwoorde manier met deze technologie om te gaan betoogt Smith, zodat als we niet oppassen dit zelfs tot dehumanisering kan leiden.

Imago Dei

De spannende vraag is dus hoe wij als mensen ons moeten verhouden tot slimme technologie die ons tegelijkertijd een spiegel voorhoudt, en ons dwingt na te denken wie wij zijn als mens. De auteur roept juist christenen op om mee te doen in dit maatschappelijke debat en hun theologische antropologie, waarin de mens is geschapen naar het beeld van God (Imago Dei), te plaatsen tegenover het vigerende materialistische mensbeeld. Dit mensbeeld wat gekenmerkt wordt door vooruitgangs- en maakbaarheidsdenken, zal uiteindelijk de machine steeds meer gelijkschakelen aan de mens en de mens gaan vervangen, hetgeen zal leiden verlies van menselijke waarde en waardigheid. Om dit te voorkomen pleit de auteur ervoor om robots een rechtspersoonlijkheid te geven, niet om de robots te beschermen, maar juist om de mens te beschermen.

Wat maakt dit boek interessant?

Wat dit boek interessant maakt voor de theologie professional is dat Smith een diepgaand theologisch antropologisch mensbeeld neerzet wat stevig gegrond is in metafysica en gestoeld is op degelijke exegese, en daarmee een goede bijdrage levert aan het debat over hoe wij ons als christenen moeten verhouden tot nieuwe technologie. Het nadeel van het boek is dat het wel enige filosofische basiskennis vereist om de discussie rond bijvoorbeeld het voordeel van substantie-dualisme te kunnen volgen. Maar ben je geïnteresseerd in theologie en technologie en ben je niet bang voor diepgang dan is dit boek zeker een aanrader.

Bibliografie

Joshua K. Smith, Robotic Persons: Our Future with Social Robots, Bloomington IN: WestBow 2021, 252 pp., ISBN 9781664219748.