Categorieën
AI ChatGPT Recensie Technologie Theologie

Book review AI, Faith and the Future

It seems that Artificial Intelligence (AI) has taken the world by storm since the launch of ChatGPT early December 2022 and the authors of this volume, which was launched in June 2022, couldn’t have predicted the importance and relevancy of this topic in our society in 2023.  The purpose of the book is that it will “facilitate further reflections and dialogue about AI to help us reimagine and pursue what is possible and necessary for a better world” by “engaging with resources from the Christian tradition to critique and participate constructively in the wise design, development, and use of AI” (12-13).

This volume consists of two parts: the first part Foundations contains four chapters that provides a robust primer for understanding and interpreting AI from a technological, philosophical, and theological perspective. The second part Explorations consists of five essays that each cover a specific, in-depth AI-related theme like e.g., the future of work and theological personhood. The authors’ distinctive interdisciplinary method distinguishes this book from most others on AI and theology. They offer a unique perspective by presenting AI as a phenomenon intertwined with theological and cultural aspects. This approach considers AI as a technology and social occurrence that increasingly influences and molds our society and explores its potential spiritual and religious ramifications. If you are new to the world of AI and theology, chapters 2 (An introduction to AI) and 4 (A theological framework for reflection on AI) are great resources to get familiar with these topics. Both chapters are well written, easy to read texts that will give you a framework for better understanding and assessing AI and its theological implications. In the current debate about AI a lot is being written about the expected impact AI will have on jobs and on education. Most publications are either utopian where AI will be able to change the world for better, or they are dystopic in which the focus is on the mass unemployment and havoc AI will create. Michael Paulus, the author of the 8th chapter on the impact of AI on work, provides a helpful third way to discuss the future of work by offering a pragmatic apocalyptic counternarrative. The function of apocalyptic literature, is “to present a narrative that opens up our imagination to a new view of the world” (183) and in the book of Revelation the key concept is about cities that have been transformed and amplified by God from an ambiguous human project to His dwelling place, where “complex human artifacts—including artificial autonomous agents—can be transformed into a constitutive part of God’s new creation” (184-185). In this apocalyptic view work is an ontological, meaningful part of the new creation and provides an interesting perspective on the telos of technology and work. The final chapter Sin and Grace Bruce Baker takes AI ethics into a broader discourse around the theological notion of sin. The ethical use of AI is a widely discussed topic and e.g., provides the foundation for the forthcoming EU AI Act. Baker rightly points out that these discussions easily end up in “a discussion of utilitarian value propositions and perhaps the need for transparency or privacy protections” (193), however, AI and AI ethics will not solve problems that are rooted in sin. The author focuses mainly on the consequences of unintentional and institutional sin and points out that developers and practitioners who work with AI have a special responsibility to pay attention for this. He ends this chapter by describing how AI can also act as a form of grace. In the epilogue of the book the reader can find a litany, which is a “thoughtfully organized prayer for use in public worship by the church, or as a personal devotional practice by individuals” (219), that will the reader reflect on AI, faith and what this means for the future.

I would highly recommend this volume to anyone who wants to learn more about AI and its societal and spiritual impact. It is very well written, very relevant and very helpful in understanding and interpreting the role AI plays in our culture and theology. I would encourage the editors to really consider publishing a second edition of the book in which they also add a chapter (or a few) on generative AI, which is about tools like ChatGTP, Google Bard and DALLE-2 that can create text, pictures, audio and video, and the impact this will have on faith and the future.

Michael J. Paulus Jr. & Michael D. Langford (eds.), AI, Faith, and the Future – An Interdisciplinary Approach, (Eugene OR, Pickwick Publications, 2022), 244 pp., USD 34.00, paperback (ISBN 978-1666703467).

Categorieën
Algemeen Recensie

Recensie Waarheen moet ik gaan – John Dunkelgrün

We leven in tijden waarin antisemitisme maar niet minder wordt en vooral onder jongeren een ‘hardnekkig probleem’ is, zoals blijkt uit recent onderzoek van de Anne Frank Stichting.[1] In Waarheen moet ik gaan is antisemitisme allesbehalve een abstract begrip uit een onderzoeksrapport, maar in toenemende mate concreet voelbaar in de beschrijving van het leven van de joodse families Dunkelgrün en Kulscár, afkomstig uit respectievelijk Polen en Hongarije. Het boek bestaat uit drie delen waarbij het eerste gedeelte de omzwervingen van de familie Dunkelgrün beschrijft waarbij de hoofdpersoon Jozef Dunkelgrün is, die de vader van de auteur is. Jozef groeit op in een joods gezin in Polen waarbij zijn vader diverse textielfabrieken had. Door het opkomende antisemitisme besluit de familie te verhuizen naar Duitsland. Ook daar krijgt de familie steeds meer last van het opkomende antisemitisme en de jonge Jozef mag voor het bedrijf van zijn vader verkennen of er een markt in Palestina is om daar mogelijk naar toe te emigreren. Uiteindelijk komt het gezin Dunkelgrün in Den Haag terecht en begint daar een textielfabriek. Het gaat in het begin niet makkelijk maar uiteindelijk gaan de zaken crescendo wat mede komt door het zakeninstinct van Jopie, want zo noemt hij zichzelf in Nederland. Jopie geniet van het leven en is een succesvol zakenman maar uiteindelijk wil hij met een joods meisje trouwen. Het eerste deel eindigt met de eerste date tussen Jopie en Bory Kulscár (de moeder van de auteur). Het tweede deel van het boek gaat over de levensloop van de familie Kulscár beschreven door de ogen van Márton, de vader van Bory. Hij wordt geboren als derde zoon in een arm gezin in een dorpje op het Hongaarse platteland. Via allerlei omzwervingen in Amerika, Perzië en Londen begint hij uiteindelijk een succesvolle winkel in Perzische tapijten in Boedapest. Maar ook hier zorgt het opkomende antisemitisme ervoor dat Márton besluit om te emigreren en komt hij uiteindelijk terecht in Den Haag, waar hij zeer succesvol is als handelaar en ondernemer. Het lukt hem echter niet om een joodse vrouw in Nederland te vinden en uiteindelijk trouwt hij met de Hongaarse Lenke. Ze trouwen en krijgen uiteindelijk drie kinderen. Het tweede deel eindigt ook bij een beschrijving van de eerste ontmoeting tussen Bory en Jopie. In het derde deel wordt de opkomst van het nazisme en de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog beschreven. Bory en Jopie zijn ondertussen getrouwd en de auteur beschrijft heel mooi hoe gedurende de eerste jaren van de oorlog het de joden in Nederlands steeds moeilijker gemaakt wordt. Uiteindelijk lukt het de familie om met behulp van Pachu, een Italiaanse vriend van Jopie die bij de Italiaanse ambassade werkt, via België en Frankrijk te vluchten naar Zwitserland. Wat opvalt is de rake beschrijving hoe de joden door de Zwitsers behandeld werden. Zwitserland was een neutraal land waar ook een sterk anti-joods sentiment heerste en wat bang was voor een tsunami van joodse vluchtelingen. Uiteindelijk keren alle naar Zwitserland gevluchte familieleden weer terug naar Nederland en proberen in het naoorlogse Nederland hun bestaan weer op te bouwen.

Het boek is een combinatie van feiten, aangevuld met fictie waardoor het boek prettig wegleest. De auteur is er uitstekend in geslaagd om meeslepend te beschrijven wat het betekende om jood te zijn in het begin van de twintigste eeuw, maar vooral ook hoe het opkomende antisemitisme zulke destructieve gevolgen op hun levens heeft gehad. Naast een prachtig tijdsbeeld van de joodse cultuur, biedt dit boek vooral ook stof tot nadenken voor onze tijd waarin antisemitisme nog steeds welig tiert en waar steeds meer mensen gedwongen moeten vluchten. Kortom, een goed boek om mee te nemen op vakantie en dat naast veel leesplezier, ook voldoende stof tot nadenken geeft.

John Dunkelgrün, Waarheen moet ik gaan, Amphora Amsterdam 2022, 752 pp., €39,95, 9789064461699.


[1] Zie https://www.annefrank.org/nl/over-ons/onderzoek/sociaal-onderzoek/onderzoek-naar-antisemitisme/antisemitisme-vo-2023/

Categorieën
AI Recensie Technologie Theologie Virtual Reality

Recensie Virtual Reality Church – Bock & Armstrong

Een van de opvallendste trends in de wereld van het Internet van de afgelopen jaren is de metaverse. Er zijn allerlei digitale profeten die beweren dat dit onze toekomst helemaal op zijn kop gaat zetten en zelfs de Amerikaanse social media-reus Facebook heeft eind 2021 haar naam veranderd in Meta. De metaverse is een driedimensionale volgende versie van het internet waarbij je letterlijk onderdeel wordt van een virtuele realiteit en waarbij de fysieke en de digitale wereld steeds meer in elkaar overlopen. Uiteraard zijn er ook vele mensen die nadenken over wat het zou betekenen om kerk te zijn in een Virtual Reality (VR) wereld hetgeen ook gebeurt in dit boek. Het interessante aan dit boek is dat het niet geschreven is door jeugdige techneuten maar door twee gerenommeerde theologen die al een aardig tijdje meelopen (Darrell Bock is onder andere de auteur van een gezaghebbend en veelgebruikt commentaar op het boek Lucas).

In dit boek staan Bock en Armstrong stil bij de vraag wat het betekent om kerk te zijn in een virtuele wereld en beginnen zij met een geschiedenisles. Op vaak humoristische wijze laten ze zien hoe de kerk door de eeuwen om is gegaan met technologische veranderingen. Eigenlijk is de onderliggende vraag eeuwenoud en lijkt het dat VR het volgende onderwerp in het rijtje technologische veranderingen is waar de kerk wat mee zou moeten. De auteurs leggen daarna uit wat het woord virtueel betekent en wat een virtuele wereld in VR inhoudt. Net als vele anderen die over technologie schrijven, refereren Bock en Armstrong ook aan het feit dat de coronapandemie het gebruik van virtuele technologie enorm versneld heeft. Wat dit boek onderscheidt van andere boeken is dat beide schrijvers een goed evenwicht hebben gevonden tussen het beschrijven van VR en de theologische onderbouwing voor het omgaan met technologie. Ze onderhouden een positie waarbij ze terecht aangeven dat technologie iets is dat door God gegeven is aan de mens en dat het ingezet mag worden voor de aanbidding van God maar dat het tegelijkertijd niet iets mag zijn dat je afleidt van God.

Tegelijkertijd roept VR ook een aantal nieuwe fundamentele, filosofische vragen op waarbij bepaalde theologische vanzelfsprekendheden opnieuw moeten worden doordacht. Vragen zoals of je daadwerkelijk iemand kan dopen in VR of dat je samen virtueel avondmaal kan vieren. In het boek roepen de auteurs kerken op om na te denken over de volgende drie vragen met VR aan de slag te gaan: 1. Wat betekent het samenzijn van de kerk in VR, 2. Wat is de liturgische traditie van de kerk en 3. Hoe kunnen de sacramenten zo volledig mogelijk bediend worden. De auteurs beschrijven vervolgens vanuit verschillende theologische tradities, zoals de rooms-katholieke transsubstantiatieleer en het memorialisme, wat mogelijke oplossingen en knelpunten zijn en moedigen vooral kerken aan om dit soort technologische mogelijkheden zich niet af te laten houden wat het in essentie betekent om kerk te zijn.

Door de coronapandemie is het gebruik van digitale middelen om kerk te zijn enorm toegenomen waardoor er in mijn ogen door veel kerken te weinig tijd genomen om hier voldoende op te reflecteren. Dit boek biedt voldoende handvatten om hierin te voorzien en goed materiaal voor elke kerk en theologisch professional die na wil denken over wat het betekent om kerk te zijn in de virtuele wereld. VR en de metaverse klinkt voor velen misschien nog als iets exotisch dat pas over lange tijd ook in de kerk gebruikt zal gaan worden, toch wordt onze wereld steeds digitaler en begeven, met name jongeren, zich steeds vaker in virtuele werelden waardoor het goed is om als kerk na te denken wat dit voor impact heeft en dit boek is daarbij een goed vertrekpunt.

Darrell L. Bock en Jonathan J. Armstrong, Virtual Reality Church: Pitfalls and Possibilities, Moody Chicago 2021, 272 pp., €23,46/ €8,53 (Kindle e-book), 9780802420800/ 9780802499080 (e-book).