Categorieën
AI ChatGPT Essay Ethiek Theologie

Kunstmatige intelligentie geschapen naar ons evenbeeld – Spirituele en religieuze dimensies van AI (deel 2)

Dit essay is het tweede deel in de serie artikelen over spirituele en religieuze dimensies van AI en verscheen eerder op theologie.nl.

Inleiding

Terwijl ik over kunstmatige intelligentie (AI) en creativiteit nadacht, moest ik denken aan de beginregel van een reclamefilmpje uit 1984 van speelgoedmerk LEGO. Misschien ken je het wel: ‘Van LEGO kan je alles maken, een boot, een vliegtuig of een trein.’ Met voldoende bouwsteentjes kun je alles maken wat je je maar kan indenken. Dit geldt overigens niet alleen voor kinderen maar ook vele volwassenen vinden het geweldig om met LEGO te bouwen zoals de populariteit van het bekende tv-programma LEGO Masters wel laat zien.

Werken met de nieuwste golf aan AI-programma’s – die allemaal gebruikmaken van wat je ‘generative AI’ noemt –, voelt net als bouwen met LEGO. Het is werkelijk kinderspel om prachtige creaties te maken in de vorm van tekst, plaatjes of video. Dit roept natuurlijk technische, filosofische en theologische vragen op die ik in dit artikel nader wil uitwerken.

Allereerst ga ik wat dieper in op wat ‘generatieve kunstmatige intelligentie’ nu is en waarom het lijkt alsof er in korte tijd veel meer mogelijk is geworden met AI. Daarna wil ik stilstaan bij de vragen die deze nieuwe generatie AI oproept en welke diepere vragen hier aan ten grondslag liggen. Onvermijdelijk kom ik daarmee aan bij de filosofische vraag wat creativiteit is – dus ik zal proberen die te beantwoorden. Tot slot wil ik deze filosofische vraag verbinden aan het theologische scheppingsverhaal waarin God ook letterlijk met woorden de aarde schept.

Aan het eind van dit artikel staan een aantal gespreksvragen die je kunt gebruiken om over dit onderwerp met elkaar in gesprek te gaan.

Generatieve AI

In de zomer van 2022 had de Amerikaanse spelletjesmaker Jason Allen kennisgemaakt met generatieve AI.1 Iemand had hem gewezen op de AI-tool Midjourney, waarmee je in een handomdraai prachtige en zeer realistische grafische plaatjes kan maken, en sindsdien was hij verkocht. Allen maakte honderden plaatjes en was zeer gebiologeerd door de mogelijkheden van AI waarbij iedereen met woorden de meest prachtige ontwerpen kan maken.

Uiteindelijk besluit Allen om een van de creaties, genaamd Théâtre d’Opéra Spatial, op canvas af te laten drukken en mee te laten doen aan een kunstwedstrijd in Colorado. Onder het schilderij hing een bordje met daarop de tekst dat het schilderij gemaakt was door Jason Allen en Midjourney – en tot zijn grote verbazing bleek een aantal dagen later dat zijn creatie de prijs gewonnen had in de categorie digitale kunst.

Toen Allen dit bericht wereldkundig maakte op sociale media, barstte de discussie los over de gevolgen van het gebruik van AI en creativiteit waarbij de reacties varieerden van dat het oneerlijk was tot aan kunstenaars die het geweldig vonden om samen met een slimme machine nieuwe kunst te maken.

Schilderij Théâtre d’Opéra Spatial. Jason Allen en Midjourney,

Schilderij Théâtre d’Opéra Spatial. Jason Allen en Midjourney,

Midjourney is een van de vele voorbeelden van een AI-programma waarmee de gebruiker iets kan creëren. Deze vorm van AI wordt vaak aangeduid als ‘generatieve AI’ waarbij de gebruiker aan de hand van een opdracht in natuurlijke menselijke taal – een zogenaamde prompt – het AI-systeem aan het werk zet. Het AI-systeem komt vervolgens met een voorstel van een aantal creaties die de gebruikers vervolgens met een nieuwe prompt kan aanpassen of verfijnen. De meest bekende vorm van generatieve AI is zonder meer ChatGPT, dat sinds de introductie op 30 november 2022 binnen de kortst mogelijke tijd meer dan 100 miljoen gebruikers had en in Nederland alleen al 1,5 miljoen gebruikers telde.2

De basis voor generatieve AI is grote taalmodellen die vaak worden aangeduid als LLM’s: Large Language Models. Een taalmodel is een AI-systeem dat, met behulp van een algoritme, allerlei verbanden leert zo veel mogelijk teksten te lezen, en die deze verbanden op een slimme manier opslaat in een model. Er kunnen ook verbanden tussen plaatjes, muziek en woorden in het model worden opgeslagen waardoor het niet alleen tekst kan genereren maar ook bijvoorbeeld foto’s, video en audio.

Het enorme succes van generatieve AI is vooral te verklaren doordat de kwaliteit van de output van deze taalmodellen zeer goed is, gecombineerd met het gebruiksgemak. Met andere woorden: iedereen is in staat om met woorden iets creatiefs te maken. Echter, het gebruik van deze taalmodellen roept ook allerlei spannende vragen op.

Vragen

De eerste keer dat ik met ChatGPT een tekst liet maken, bekroop mij het gevoel dat ik met iets magisch te maken had. De gemaakte teksten waren zo goed dat ik enorm onder de indruk was dat AI zoiets kon doen. Tegelijkertijd roept het gebruik van deze technologie ook heel veel ethische, juridische en artistieke maar ook vooral praktische vragen op. Het voert te ver om alle vragen tot in detail uit te werken in dit artikel, maar hieronder zet ik in een kleine bloemlezing een aantal vragen die spelen op rij.

In het onderwijs sloeg de lancering van ChatGPT in als een bom.3 Scholieren en studenten kunnen ineens werkstukken en papers laten schrijven waardoor de waarde van dit soort opdrachten als toetsmiddel onder druk staat. Scholen en universiteiten moeten halsoverkop beleid maken op hoe ze hier praktisch mee om zullen gaan. Een ander praktisch probleem is dat taalmodellen soms hallucineren,4 wat betekent dat ze dingen produceren die niet waar zijn. Dit probleem is inherent aan het feit dat taalmodellen onder de motorkap werken met statistische voorspellingen en geen beeld van de wereld hebben. Dat neemt niet weg dat de uitkomsten zeer geloofwaardig kunnen overkomen; je moet als gebruiker daarom extra alert zijn.

Een hallucinerend taalmodel?

Die grote taalmodellen (LLM’s) worden gevoed met grote hoeveelheden data die letterlijk van het internet afgeschraapt zijn. Daarvan is het onduidelijk of de maker van het taalmodel, zoals bijvoorbeeld OpenAI (het bedrijf achter ChatGPT), deze data rechtmatig heeft verkregen. Verschillende mediabedrijven, zoals de New York Times6, en schrijvers en artiesten, zoals John Grisham,7 zijn rechtszaken gestart waarin zij stellen dat bedrijven zoals OpenAI zonder toestemming hun werk gebruikt hebben, en ze eisen dat hun auteursrecht beschermd wordt. Ten tijde van het schrijven van dit artikel, worden allerlei rechtszaken gevoerd en zijn er nog geen uitspraken gedaan. De verwachting is echter wel dat deze jurisprudentie gevolgen zal hebben voor de toekomst van het maken en gebruiken van taalmodellen.

Naast praktische en juridische bezwaren roept het gebruik van LLM’s ook ethische en filosofische vragen op. In hoeverre is het wenselijk dat je als recruiter vacatureteksten laat schrijven of dat je zelf plaatjes maakt waarmee je je nieuwsbrief verfraait, zonder hierbij gebruik te maken van grafisch ontwerpers? Wat doe je als ouder wanneer je kind trots aan de keukentafel vertelt dat het een prachtig cijfer heeft gekregen voor een werkstuk dat die volledig door ChatGPT heeft laten schrijven? Kortom, veel vragen waarin we als persoon, burger, medewerker of werkgever het ethische gesprek met elkaar moeten aangaan.  

Generatieve AI is een gegeven dat steeds meer ons leven zal gaan beïnvloeden en we zullen dit gesprek de komende tijd steeds vaker met elkaar (moeten) voeren. Gebruik hier bijvoorbeeld de gespreksvragen aan het einde van dit artikel als leidraad voor.

Creativiteit

Onderliggend aan bovenstaande liggen de meer filosofische vragen wat creativiteit is en of een LLM wel creatief kan zijn. Deze vragen zijn niet nieuw en worden vaak gesteld bij de opkomst van nieuwe baanbrekende technologieën. Bij de opkomst van de fotografie eind 19e eeuw schreef de Fransman Charles Baudelaire een vlammend betoog waarin hij de fotografie beschouwde als een toevluchtsoord voor mislukte en luie schilders en een verarming van de Franse artistieke geest.8 Creativiteit is dus een proces en iets waar je moeite voor moet doen om daadwerkelijk een creatie tot stand te brengen.

Volgens de Amerikaanse cognitief wetenschapper Margaret Boden, gespecialiseerd in computers en creativiteit, is een idee of ontwerp creatief als het nieuw, verrassend en waardevol is. In een essay uit 2010 onderscheidt zij drie soorten creativiteit: combinatorische, exploratieve en transformationele creativiteit.9

Transformationele creativiteit gaat over compleet nieuwe dingen of ideeën en biedt een compleet nieuwe kijk op de wereld. Een voorbeeld hiervan is het heliocentrische wereldbeeld van Copernicus waarbij aarde om de zon draaide in plaats van andersom; dit transformeerde letterlijk het complete wereldbeeld. Een ander voorbeeld is het schilderij van de kunstenaar Banksy dat, tot grote verrassing en verbijstering van de bezoekers van een kunstveiling, zichzelf versnipperde.10

Exploratieve creativiteit is proberen tot iets nieuws te komen, binnen de bestaande conceptuele ruimte van het domein waarin je iets aan het maken bent. Een voorbeeld is een singer-songwriter die een nieuw country-liedje schrijft.

Bij de laatste categorie van combinatorische creativiteit gaat het om het combineren van bestaande ontwerpen, dingen en ideeën zodat er iets nieuws ontstaat. Met name in deze laatste categorie van creativiteit is door generatieve AI een ware explosie van nieuwe creaties ontstaan waarbij mensen opeens de gekste dingen met elkaar combineren van een stoel in de vorm van een avocado tot een versie van het schilderij Het laatste avondmaal van Da Vinci in de stijl van Picasso. Niet elke combinatie is even waardevol of slaat ergens op en de mens is volgens Boden op dit moment nog veel beter in staat dan de computer om dit te bepalen.

Volgens wiskundige en filosoof Stefan Buijsman, verbonden aan de TU Delft, is het indrukwekkend wat generatieve AI momenteel in staat is te maken maar is het niet creatief omdat AI niet iets maakt met een bepaalde intentie en geen beeld van de wereld heeft, zoals mensen dat wel hebben daarentegen.11 Toch is AI volgens wiskundige Marcus du Sautoy, die het boek De code van creativiteit schreef, prima in staat om kunst te maken die door experts niet van echt te onderscheiden is omdat het door patroonherkenning leert hoe kunstenaars denken. Met andere woorden, AI laat zien dat ‘de onderliggende algoritmen er in zijn geslaagd de regels te begrijpen die kunstenaars onbewust hebben gevolgd.’12

Du Sautoy en Buijsman geven beiden aan dat de intentie van de kunstenaar, oftewel het vermogen om iets te communiceren naar de wereld dan wel te reageren op de wereld, het onderscheidende kenmerk is voor creativiteit. Volgens beiden is AI vooral een hulpmiddel dat de kunstenaar kan helpen om iets creatiefs te maken als reactie op het bewust aanwezig zijn in de wereld. Zij zeggen dus eigenlijk dat iets of iemand pas creatief kan zijn als het (zelf)bewustzijn heeft. De vraag of AI zelfbewustzijn heeft of kan hebben, is van filosofische aard en verdient een daaraan toegewijd artikel. Voor nu volstaat het om te zeggen dat verreweg de meeste mensen in de Westerse wereld ervan uitgaan dat AI een ding is en dus geen bewustzijn heeft; waaruit dus (in de lijn van DuSautoy en Buijsman) volgt dat AI niet creatief is.

Created co-creator

Tot dusver de filosofie: hoe zit het met de theologie? De woorden ‘creativiteit’ en ‘schepping’ hebben een gedeelde oorsprong: het Latijnse creo. Voor christenen is schepping onlosmakelijk verbonden aan het scheppingsverhaal dat beschreven staat in het bijbelboek Genesis. Er is een duidelijke relatie tussen God en de mens als scheppend wezen waarbij God de mens naar Zijn beeld gemaakt heeft (imago dei) en de opdracht geeft om zelf scheppend aan het werk te gaan (Genesis 1:27-28).

Je zou verwachten dat er een rijke bibliotheek aan theologische literatuur bestaat waarin een theologie van creativiteit beschreven staat, maar volgens theoloog Mark Klooster, die hier onderzoek naar deed, is er verrassenderwijs zeer weinig over geschreven.13 Een van de bekendste theologen die hierover schrijft is Philip Hefner. In zijn werk omschrijft hij de mens als created co-creator, oftewel een door God geschapen scheppend wezen dat Gods scheppende werk op aarde voortzet.14

Theologen leggen het begrip imago dei op verschillende manieren uit in relatie tot creativiteit. Er is een uitleg waarin de mens unieke eigenschappen heeft, naar Gods evenbeeld, om dingen tot stand te brengen – je kunt dit de structurele interpretatie noemen – en er is een uitleg waarbij de nadruk ligt op de mens als Gods vertegenwoordiger op aarde om dingen te maken – een functionele uitleg. Een meer recente ontwikkeling in het denken hierover is de relationele benadering waarin creativiteit wordt gezien vanuit de relatie die de mens met God heeft. Het eschatologische perspectief legt de nadruk vooral op het einddoel, het inzetten van creativiteit om het Koninkrijk van God een stapje dichter bij te brengen.

De Duitse theoloog Wolfhart Pannenberg omschrijft het hart van creativiteit met het mooie begrip Weltoffenheit, waarmee hij doelt op de neiging van de mens om nieuwe dingen te ontdekken, waarvan hij stelt dat dit wordt ingegeven door een natuurlijke neiging naar het transcendente.15 Voor Pannenberg ligt de oorsprong van deze hang naar creativiteit in God en is dit wat de mens ook onderscheidt van de rest van de schepping.

Vanuit de bovenstaande visie zou je kunnen zeggen dat AI gecreëerd is door mensen naar het beeld van de mens (imago hominis) en dat je AI ook zou kunnen zien als een co-created co-co-creator. Oftewel, AI is een created co-creator die gemaakt is door de mens, die op zijn beurt weer geschapen is als created co-creator, door God.16 Generatieve AI maakt dus dingen naar het beeld van de mensen met al haar mooie en lelijke kanten, echter is het altijd een afgeleide van wat mensen ooit gemaakt hebben en mist dus de bezieling (het transcendente) en het contact met de wereld (Weltoffenheit) zoals beschreven door Pannenberg, Buijsman en Du Sautoy. Je zou kunnen concluderen dat generatieve AI in zichzelf niet creatief is maar wel door de mens gebruikt mag worden om te creëren en de wereld een stukje mooier te maken (Micha 6:8).  

Tot slot/ gespreksvragen

Christenen geloven dat de mens gemaakt is als creatief wezen en zelf, naar Gods beeld, ook dingen creëert. Mensen mogen AI dan ook vooral inzetten ter eer en glorie van het Koninkrijk van God. Hieronder vind je een aantal vragen om hier verder op te reflecteren.

  1. Vind jij dat de mens door het gebruik van generatieve AI creatiever of juist minder creatief wordt? Bedenk enkele voorbeelden voor beide opties.
  2. Hoe zou je generatieve AI kunnen inzetten in de kerk? Bedenk enkele toepassingen.
  3. Wat is jouw visie op de toekomst van creativiteit in een wereld waarin generatieve AI een steeds grotere rol speelt?
  4. Hoe denk je dat we goddelijke inspiratie en menselijke creativiteit kunnen onderscheiden in werken die (gedeeltelijk) door AI zijn gecreëerd?
  5. Denk jij dat God iemand kan aanraken door een preek die geschreven is met generatieve AI?
  6. Bedenk enkele toepassingen van generatieve AI die schadelijk zijn.
  7. Wat denk jij dat de mens uniek maakt in een wereld waarin machines steeds meer menselijke taken kunnen uitvoeren en menselijke eigenschappen hebben?
  8. Bedenk toepassingen voor je eigen organisatie (bedrijf, kerk, sportclub) waarin het gebruik van generatieve AI onwenselijk is. Bespreek met elkaar waarom je denkt dat dit zo is en welke waarden hierbij op het spel staan.
  9. Bespreek de stelling ‘over tien jaar hangen er kunstwerken in musea die volledig door AI zijn gegenereerd.’
  10. Bespreek de stelling ‘over tien jaar is het gebruik van generatieve AI net zo gewoon als het gebruik van een webbrowser of tekstverwerker.’
Voetnoten

Categorieën
AI Ethiek Technologie Theologie

Kunstmatige Intelligentie (AI) heeft goede theologie broodnodig

Ik ben bezig om een serie van drie artikelen over AI en theologie te schrijven voor het platform Theologie.nl. Het eerste artikel met als titel Kunstmatige intelligentie heeft goede theologie broodnodig
Spirituele en religieuze dimensies van AI
is nu te lezen op de website. De andere artikelen verschijnen begin 2024.

Categorieën
AI Theologie

Interview over AI op Groot Nieuws Radio – 8 mei 2023

Ik werd maandag 8 mei 2023 geïnterviewd door Laurens van de Kraats in het programma De Dag van Vandaag op Groot Nieuws Radio. Het interview kun je hieronder terugluisteren. Wil je de hele uitzending terughoren dan kan dat via deze link.

Categorieën
AI Recensie Technologie Theologie Virtual Reality

Recensie Virtual Reality Church – Bock & Armstrong

Een van de opvallendste trends in de wereld van het Internet van de afgelopen jaren is de metaverse. Er zijn allerlei digitale profeten die beweren dat dit onze toekomst helemaal op zijn kop gaat zetten en zelfs de Amerikaanse social media-reus Facebook heeft eind 2021 haar naam veranderd in Meta. De metaverse is een driedimensionale volgende versie van het internet waarbij je letterlijk onderdeel wordt van een virtuele realiteit en waarbij de fysieke en de digitale wereld steeds meer in elkaar overlopen. Uiteraard zijn er ook vele mensen die nadenken over wat het zou betekenen om kerk te zijn in een Virtual Reality (VR) wereld hetgeen ook gebeurt in dit boek. Het interessante aan dit boek is dat het niet geschreven is door jeugdige techneuten maar door twee gerenommeerde theologen die al een aardig tijdje meelopen (Darrell Bock is onder andere de auteur van een gezaghebbend en veelgebruikt commentaar op het boek Lucas).

In dit boek staan Bock en Armstrong stil bij de vraag wat het betekent om kerk te zijn in een virtuele wereld en beginnen zij met een geschiedenisles. Op vaak humoristische wijze laten ze zien hoe de kerk door de eeuwen om is gegaan met technologische veranderingen. Eigenlijk is de onderliggende vraag eeuwenoud en lijkt het dat VR het volgende onderwerp in het rijtje technologische veranderingen is waar de kerk wat mee zou moeten. De auteurs leggen daarna uit wat het woord virtueel betekent en wat een virtuele wereld in VR inhoudt. Net als vele anderen die over technologie schrijven, refereren Bock en Armstrong ook aan het feit dat de coronapandemie het gebruik van virtuele technologie enorm versneld heeft. Wat dit boek onderscheidt van andere boeken is dat beide schrijvers een goed evenwicht hebben gevonden tussen het beschrijven van VR en de theologische onderbouwing voor het omgaan met technologie. Ze onderhouden een positie waarbij ze terecht aangeven dat technologie iets is dat door God gegeven is aan de mens en dat het ingezet mag worden voor de aanbidding van God maar dat het tegelijkertijd niet iets mag zijn dat je afleidt van God.

Tegelijkertijd roept VR ook een aantal nieuwe fundamentele, filosofische vragen op waarbij bepaalde theologische vanzelfsprekendheden opnieuw moeten worden doordacht. Vragen zoals of je daadwerkelijk iemand kan dopen in VR of dat je samen virtueel avondmaal kan vieren. In het boek roepen de auteurs kerken op om na te denken over de volgende drie vragen met VR aan de slag te gaan: 1. Wat betekent het samenzijn van de kerk in VR, 2. Wat is de liturgische traditie van de kerk en 3. Hoe kunnen de sacramenten zo volledig mogelijk bediend worden. De auteurs beschrijven vervolgens vanuit verschillende theologische tradities, zoals de rooms-katholieke transsubstantiatieleer en het memorialisme, wat mogelijke oplossingen en knelpunten zijn en moedigen vooral kerken aan om dit soort technologische mogelijkheden zich niet af te laten houden wat het in essentie betekent om kerk te zijn.

Door de coronapandemie is het gebruik van digitale middelen om kerk te zijn enorm toegenomen waardoor er in mijn ogen door veel kerken te weinig tijd genomen om hier voldoende op te reflecteren. Dit boek biedt voldoende handvatten om hierin te voorzien en goed materiaal voor elke kerk en theologisch professional die na wil denken over wat het betekent om kerk te zijn in de virtuele wereld. VR en de metaverse klinkt voor velen misschien nog als iets exotisch dat pas over lange tijd ook in de kerk gebruikt zal gaan worden, toch wordt onze wereld steeds digitaler en begeven, met name jongeren, zich steeds vaker in virtuele werelden waardoor het goed is om als kerk na te denken wat dit voor impact heeft en dit boek is daarbij een goed vertrekpunt.

Darrell L. Bock en Jonathan J. Armstrong, Virtual Reality Church: Pitfalls and Possibilities, Moody Chicago 2021, 272 pp., €23,46/ €8,53 (Kindle e-book), 9780802420800/ 9780802499080 (e-book).