Categorieën
AI Essay Theologie

Kunstmatige intelligentie: een stukje hemel op aarde – essay Kontekstueel

Dit essay verscheen eerder in het themanummer over Kunstmatige Intelligentie van het blad Kontekstueel (38/1 – januari 2024). Losse nummers zijn na te bestellen op de Kontekstueel-website.

Biedt kunstmatige intelligentie (AI) mogelijkheden en kansen om in te zetten ter bevordering van het koninkrijk an God en hoever mag je hiermee gaan? Technologie en het christelijk geloof beïnvloeden elkaar veel meer dan de meeste mensen vermoeden. In dit artikel analyseer ik deze historische relatie en geef ik enkele voorzetten hoe een toekomst met AI voor de theologie en voor de kerk eruit zouden kunnen zien.

Inleiding

Op mijn Linkedin-profiel noem ik mijzelf AI-evangelist en regelmatig krijg ik daarom de vraag of AI iets met het christelijk geloof te maken heeft. AI-evangelist is een functie die bij bedrijven binnen de software-industrie heel gewoon is. Als AI-evangelist probeer ik mensen enthousiast te maken hoe ze AI in hun organisatie zouden kunnen gebruiken en neem ik ze mee op reis hoe ze dat het beste zouden kunnen doen. Daarnaast ben ik ook AI-theoloog waarbij ik de technologische ontwikkelingen binnen AI door een theologische bril probeer te duiden. In dit artikel vallen beide rollen samen en ga ik op zoek naar de beloftes en mogelijkheden die AI biedt, maar ga ik tegelijkertijd ook in op nieuwe theologische en ethische vragen die dit oproept. Het artikel is als volgt opgebouwd: in het eerste deel volgt een beschrijving van de historische relatie tussen het christelijk geloof en technologie en hoe deze elkaar wederzijds hebben beïnvloed. In het tweede deel ligt de focus op de historie en toepassing van AI in een algemene en theologische context. In het derde deel ga ik in op de theologische en ethische vragen die dit allemaal oproept. In het vierde en laatste deel introduceer ik het concept van apocalyptische verbeelding als mogelijke sleutel voor het doordenken van deze vragen.

Technologie en theologie

Op 18 september 2023 vond er een interessant gesprek plaats over AI en veiligheid in de fabriek van Tesla in Fremont (Californië) tussen Tesla-CEO Elon Musk, topman Greg Brockman van OpenAI, MIT-professor Max Tegmark en premier Netanyahu van Israël. In dit gesprek vergeleek Elon Musk het best case-scenario voor AI met een beschrijving van de hemel: ‘Je kunt hebben wat je maar wilt, je hoeft niet te werken, je hebt geen verplichtingen en elke ziekte die je hebt kan genezen worden,’ aldus Musk. Dit is een goed voorbeeld van hoe AI-opiniemakers zoals Musk zich steeds vaker bedienen van theologische taal. De relatie tussen religie en technologie is er een die teruggaat tot aan het begin van de Bijbel. In het zeer lezenswaardige boek From the Garden to the City beschrijft John Dyer uitgebreid de rol van technologie in de Bijbel. Van Genesis tot Openbaring zijn diverse verhalen te vinden waarin technologie een belangrijke rol speelt. Van Tubal-Kaïn, de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken (Gen. 4:22), de redding van de wereld met behulp van de ark van Noach

Veel christenen zagen technologie sedertdien vooral als hoogmoed en niet meer als een middel om het proces van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde te versnellen.

(Gen. 6-8), Besaleël (Ex. 31), de architect die vele onderdelen van de tabernakel ontwierp

en maakte, tot en met het gebruik van schrijftechnologie die Johannes gebruikt om vast te leggen wat er tegen hem gezegd wordt (Op. 1:19). Volgens Dyer hebben drie technologieën een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van het evangelie in de tijd van de eerste kerk. Ten eerste het gebruik van de Griekse taal, om als standaardtaal met anderstaligen te kunnen spreken. Ten tweede het netwerk van wegen die de Romeinen hadden aangelegd om de belangrijkste steden met elkaar te verbinden. En ten derde het gebruik van de codex in plaats van boekrollen, om de geschriften van het Nieuwe Testament te verspreiden. Veruit de meeste mensen konden in die tijd niet lezen en kwamen vooral in contact met het woord van God door samen te komen en te luisteren. Door de uitvinding van de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw werd de Bijbel een boek dat relatief goedkoop gemaakt en verspreid kon worden. Mede door het pionierswerk van Luther en Erasmus in het vertalen van de Bijbel is het christendom over de aarde verspreid en beschikbaar geworden in meerdere talen.

Theologie en technologie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Echter, veel gelovigen zijn huiverig om nieuwe technologie zoals AI te omarmen, omdat het niet bevorderlijk zou zijn voor je relatie met God en je naasten. In de vroege middeleeuwen werd juist het tegenovergestelde gevonden, waarbij technologie gezien werd als een middel om dichter bij God te komen. De invloedrijke Ierse filosoof Johannes Scotus (800-877) stelde dat de mens, gevormd door de Schepper, de mogelijkheid had om de verbroken band met God na de zondeval te herstellen door zelf te creëren, oftewel door technologie te gebruiken. Deze gedachte werd omarmd door de kerk en veel technologische innovaties, zoals het waterrad, werden in kloosters gedaan. De katholieke kerk wordt door sommigen ook wel het ‘Silicon Valley van de middeleeuwen’ genoemd en de achterliggende gedachte was dat technologische vooruitgang zou leiden tot morele vooruitgang. Of in meer theologische termen: vooruitgang in technologie is de reddingvoor de mens die het koninkrijk van God een stukje dichterbij brengt. Deze gedachten heeft veel christelijke denkers tot aan de Verlichting beïnvloed, toen er in het christelijke denken een kentering ontstond ten aanzien van technologie. Door technologische vooruitgang was de mens steeds beter in staat om voor zichzelf te zorgen en de wereld te begrijpen en te verbeteren. Technologie en wetenschap werden de paradepaardjes van het Verlichtingsproject. Met hun nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben ze het traditionele mens- en wereldbeeld, waarin God de wereld geschapen had met daarin de mens als kroon op de schepping, volledig op de kop gezet. Veel christenen zagen technologie sedertdien vooral als hoogmoed en niet meer als een middel om het proces van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde te versnellen.

AI en theologie

‘Kunnen machines nadenken?’ is de vraag die de Britse wetenschapper Alan Turing zich stelde in een invloedrijk paper dat hij in 1950 schreef. In navolging daarop kwam een groep Amerikaanse wetenschappers in 1956 bij elkaar om na te denken over machines die kunnen leren zoals mensen en menselijk gedrag kunnen vertonen. John McCarthy, een van de aanwezige wetenschappers, noemde dit artificial intelligence. AI is dus in essentie een technologie waarin de mens nagebootst wordt door machines intelligent gedrag te laten vertonen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd rationeel en wiskundig redeneren veelal gezien als de top van intelligentie, waarbij schaken de ultieme spelvorm was waarin dit naar voren kwam. De eerste grote doorbraak waarbij de mens door machine verslagen werd vond plaats in 1997, toen wereldkampioen schaken Gary Kasparov werd verslagen door de schaakcomputer Deep Blue van IBM. Waar hier de intelligentie vooral werd veroorzaakt door brute rekenkracht, heeft AI

AI is dus in essentie een technologie waarin de mens nagebootst wordt door machines intelligent gedrag te laten vertonen.

sindsdien vooral veel vooruitgang geboekt op het gebied van werken in natuurlijke taal. AI is niet alleen in staat om te vertalen, maar eveneens zijn de grote taalmodellen (vaak afgekort tot LLM: Large Language Model) die ten grondslag liggen aan producten zoals ChatGPT en Google Bard ook uitstekend in staat om zelf teksten te genereren. Deze functionaliteit is massaal door de wereld omarmd om mee te experimenteren en wordt steeds vaker ingezet om repetitieve en saaie werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het schrijven van notulen van een vergadering te automatiseren. Ook in de christelijke wereld wordt er volop geëxperimenteerd met deze technologie. Zo schreef voorganger Marijn Vlasblom in december 2022 op social media dat hij, als experiment, een preek had laten maken door AI die niet van echt was te onderscheiden, en zo werd er in het voorjaar van 2023 in Duitsland een kerkdienst gehouden die bijna volledig door AI werd vormgegeven. De gebeden, de preek en de liederen waren allemaal geschreven door ChatGPT en de dienst werd grotendeels uitgevoerd door avatars: digitale creaties die in allerlei gedaantes op een scherm verschenen, preekten en baden. Ook christelijke zendingsorganisaties zoals Trans World Radio zijn druk bezig om te kijken welkerol AI, naast bestaande technologie zoals radio, mobiele apps en het internet, kan innemen om hun missie te versnellen om iedereen op de wereld met het evangelie te bereiken. Samenvattend kun je zeggen dat AI overal in de wereld zorgt voor opschudding en er veel wordt geëxperimenteerd om te kijken waar de kansen liggen, maar ook de grenzen.

Nieuwe vragen

AI wordt door de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) aangeduid als systeemtechnologie en verwacht wordt dat dit de komende decennia voor grote sociale, economische en maatschappelijke veranderingen zal gaan zorgen. Daarom roept het gebruik van AI ook veel ethische, theologische en hermeneutische vragen op. Naast oeroude theologische vragen of de mens met AI voor god speelt, duiken er ook nieuwe ethische vragen op, zoals of we AI op termijn morele rechten moeten geven. Wat opvalt is dat AI hierbij functioneert als een spiegel die laat zien wie wij zijn met al onze mooie en minder mooie kanten, maar die ons tegelijkertijd ook op existentieel

In feite zijn dit religieuze vragen verpakt in een seculier jasje.

niveau confronteert met onszelf en met de diepste vragen van het leven. Doordat we steeds meer omringd worden door slimme non-humane entiteiten, in meer christelijk jargon ‘nieuwe naasten’, rijst de vraag wie de mens is en wat de mens uniek maakt. Naast deze antropologische vraag doemen er ook vragen op die soteriologische en eschatologische noties bevatten. Oftewel: zorgt AI voor verlossing en hoe ziet het einde eruit? Zorgt AI, zoals Musk zegt, voor de hemel op aarde, of draagt het zorg voor het einde van de mensheid? In feite zijn dit religieuze vragen verpakt in een seculier jasje en veel mogelijke toekomstperspectieven bevinden zich aan de uiteinden van het utopisch of dystopisch spectrum.

Al deze vragen zorgen voor veel onzekerheid en onrust. Vaak ontbreekt er een nuchter en realistisch perspectief hoe je hiermee om moet gaan. Hoe ga je als christen op een verantwoorde manier om met AI en hoe maak je hierin voor jezelf goede ethische en theologische afwegingen? Een sleutel die hierbij behulpzaam zou kunnen zijn, is apocalyptische verbeelding.

Apocalyptische verbeelding

Het woord apocalyptisch roept bij veel mensen een dystopisch beeld op van het einde der tijden. In de culturele narratieven van het huidig tijdsgewricht duidt het vaak een overgang aan van de huidige tijd naar een andere tijd die gepaard gaat met een schokgolf van rampen en ellende zoals te zien is in films als Apocalypse Now en Terminator. In de theologie wordt dit vaak gekoppeld aan wat er over de eindtijd is geschreven in het boek Openbaring. Niet verwonderlijk, want de Griekse naam voor Openbaring is Apocalyps.

Een apocalyptische visie in onze tijd behelst een dualistisch beeld waarin het goddelijke en het menselijke elkaar ontmoeten en waarin een duidelijke scheiding is tussen het heden en het hiernamaals – of zogezegd tussen de huidige hemel en aarde en de nieuwe hemel en aarde. In de historische context van de Bijbel was er een monistische vorm van apocalyptisch denken waarbij men vooral nadacht hoe goddelijke onthullingen, hetgeen de letterlijke vertaling van het woord apocalyps is, konden worden toegepast om een betere wereld te creëren. De theoloog Michael Paulus beschrijft in zijn boek Artificial Intelligence and the Apocalyptic Imagination dat apocalyptische verbeelding een theologische interpretatie van de werkelijkheid is die diepere dimensies van kennis, ruimte, tijd en handelingsbekwaamheid onthult om een zo een narratief te bieden voor een betere wereld. In een ander boek (AI, Faith, and the Future: An Interdisciplinary Approach) haalt Michael Paulus N.T. Wright aan, volgens wie ‘apocalyptische verbeelding een visie van de nieuwe schepping is die precies overlapt met de huidige schepping en deze daardoor juist transformeert’ (p. 257). Dat laatste is de sleutel voor een gezonde kijk op de toekomst met AI en biedt een alternatief narratief als tegenhanger voor de utopische en dystopische narratieven.

Met de apocalyptische verbeelding trek je de lijn juist terug vanuit Gods nieuwe schepping en schep je een conceptuele ruimte waarin AI zou kunnen helpen om een toekomst te creëren die hoop biedt.

Bij deze apocalyptische verbeelding geeft Michael Paulus een aantal vragen mee voor het ethische gesprek. Wat zijn de ultieme vormen van hoop en doelen die worden nagestreefd? Wie doen daarin mee en hoe worden deze doelen bereikt? En verbetert AI politieke, economische en sociale gerechtigheid en vrede? Worden we er individueel en collectief betere mensen van? AI is namelijk niet alleen technologie maar bovenal een sociaal, cultureel en spiritueel fenomeen dat onze maatschappij steeds meer gaat vormen. Dat vraagt om een nieuw realistisch verhaal hoe je je hiertoe kan verhouden. De apocalyptische verbeelding laat zien dat het misschien mogelijk is om met AI een stukje hemel op aarde te realiseren.